De leerstoel houdt zich bezig met het ontwikkelen van een christelijke theologie in de context van de islam. Een dergelijke theologie kenmerkt zich, met een variatie op de woorden van Kenneth Cragg, … door niet uit te zijn op het terugwinnen wat ‘het christendom’ in al haar grootsheid en macht zou zijn kwijtgeraakt, maar door aan moslims de Christus terug te geven, die zij nooit hebben gekend. (K. Cragg, The Call of the Minaret 3rd edition (Oxford: Oneworld Publications, 2000), p. 220) De leerstoel beoogt door middel van academisch theologisch onderzoek en onderwijs de Kerk, dat wil zeggen de christelijke gemeenschap, die steeds nadrukkelijker wordt uitgedaagd door een wereldwijd groeiende en in zelfbewustzijn toenemende islamitische gemeenschap, te versterken.
De visie van de leerstoel kenmerkt zich door het volgende.
a) De leerstoel houdt zich bezig met de christelijk theologische reflectie op de vragen die ontstaan waar christendom en islam elkaar ontmoeten. Het is geen islam-leerstoel, noch een leerstoel voor een dialoog tussen moslims en christenen, al zijn beide elementen volop aanwezig in de theologische reflectie.
b) De leerstoel staat in een Protestants-Evangelische (‘Evangelical’) traditie, die met name tot uitdrukking komt in de erkenning van de onopgeefbare uniciteit van Christus als de openbaring van de trinitarische God. De Bijbel geldt als de richtinggevende fundering voor de doordenking van de vragen en thema’s die opkomen binnen de kerk in een islamitische context.
c) De leerstoel kent een specifieke sensitiviteit voor (en input van) de kerk die onder druk staat van de islam.
d) De leerstoel richt zich bij het beschrijven van een contextuele christelijke theologie in relatie tot de islam op het ontwikkelen van een christelijke visie op de islam. Dat heeft meerdere aspecten:
Centraal staat de vraag hoe de islam zich verhoudt tot de openbaring van God in Jezus Christus, waarvan de Bijbel het primaire getuigenis is. In de loop van de geschiedenis hebben christenen zich hierover meerdere malen uitgesproken. Dergelijke interpretaties zijn ook van betekenis voor een hedendaagse bijbels-theologische reflectie op ‘de’ islam.
Een christelijke visie op de islam staat vervolgens ook in verband met de houding die de christelijke gemeenschap aanneemt ten aanzien van moslims. De leerstoel stelt zich ook ten doel die houding (bijbels-) theologisch te doordenken. Daarbij is de kernvraag naar de verhouding tussen enerzijds de specifieke christelijke identiteit van de gemeente van Christus, die altijd in meer of mindere mate exclusief is, en anderzijds de verbinding in religieuze en vooral ook maatschappelijke zin met islamitische gelovigen. Is verbinding met anderen nog mogelijk als de eigen identiteit sterk wordt benadrukt. Die vraag geldt ook omgekeerd, voor moslims in hun relatie tot christenen.
Bij het ontwikkelen van een contextuele theologie spelen met betrekking tot de islam twee zaken een belangrijke rol.
a) Vragen rondom geloof en macht Christelijke theologie is vaak ontwikkeld in een context waarin het christendom een meerderheid vormde. Dat uitte zich in een christendom dat karaktertrekken heeft gehad van economische en politiek-maatschappelijke dominantie. De leerstoel beoogt te doordenken wat het betekent dat het Koninkrijk van Jezus niet van deze wereld is. Wat betekent dat in het licht van de klassiek islamitische visie op christenen als gedoogde minderheid (de zgn. dzimmi-status) en voor de relatie macht, geloof en geweld in christendom en islam.
b) De vragen en positie van vervolgde christenen. Het werk van de leerstoel geschiedt vanuit een voortdurende gevoeligheid voor de situatie en vragen van de christelijke gemeenschap die onder druk staat van een bepaalde vorm van islam. Dit is een voortdurende testcase voor de validiteit van de theologische reflectie.