Kun je ook té inclusief zijn?

“Kom verder, kom verder!” De man in de smetteloos witte dishdasha (lang gewaad) gebaart uitnodigend naar zijn voordeur. Ik heb geen tijd, en de man misschien evenmin, maar dat staat hem niet in de weg me uit te nodigen in zijn huis. We spreken af dat ik een volgende keer langskom. Zodat we elkaar een beetje kunnen leren kennen. Door gewoon samen te zitten in zijn majlis (Arabische zitkamer), thee te drinken en te spreken over wat ons bezighoudt. Dit is inclusiviteit ten top. En ik ervaar het heel regelmatig sinds ik op het Arabisch Schiereiland woon.

Ja, ik ben anders dan de meeste mensen om me heen. Ik zie er anders uit, draag andere kleren, eet andere dingen, spreek een andere taal, houd er andere gewoonten op na en vooral, ik geloof andere dingen. Mijn identiteit in Christus is onopgeefbaar voor mij, zoals de islamitische identiteit onopgeefbaar is voor veel van mijn buren. Toch vormen al die verschillen geen belemmering voor mensen om me uit te nodigen in hun huis – uitnodigingen die ik als het even kan dankbaar aanvaard.

Gisteren had ik het er nog met mijn vrouw en een paar vrienden over. Zijn wij net zo gastvrij? Ja, als er iemand aan de deur staat probeer ik hetzelfde te doen. “Tfaddel, kom binnen!” Maar als het echt helemaal niet uitkomt? Dan vind ik het eerlijk gezegd lastig, zo niet huichelachtig, om iemand toch enthousiast binnen te vragen. Dat is de keerzijde van de beroemde gastvrijheid: ook als je superdruk bent en omkomt in het werk, moet je toch maar doen alsof je al de hele dag zat te wachten op de gast die onverwacht aanklopt. Gasten ontvangen is nu eenmaal een topprioriteit in deze samenleving – ook als het lastig is.

En ik heb er meer vragen bij. Want gasten ontvangen is één, maar waar is het punt waarop gasten niet langer gasten zijn, maar vrienden worden? Waarop de plichtplegingen achterwege gelaten kunnen worden? Zelfs lokale mensen bereiken dat punt onderling soms pas na lange tijd, als ze het ooit bereiken. Ik heb er vaak over verbaasd gestaan hoe uitermate beleefd goede vrienden kunnen zijn naar elkaar, zonder dat er ook maar één wanklank valt. Het is prachtig, maar delen ze op die manier werkelijk in elkaars leven, in elkaars zorgen, in elkaars moeiten? Is er ruimte om die schaduwkanten van het leven te integreren in het onderlinge contact? Of is dat té inclusief? En kan dat eigenlijk wel, té inclusief zijn?

Kortom, het leven hier zet me steeds weer aan het denken. Over wat een ideale leefgemeenschap is. Over hoe een gemeenschap van lokale christenen eruit zou kunnen zien. Over wie in zo’n gemeenschap welkom is, en op welke voorwaarden. En over wat we in zo’n gemeenschap eigenlijk met elkaar willen delen. Want wat voor de één inclusief is, kan voor de ander zomaar heel overweldigend zijn.

Jacob Hoekman is freelance journalist en woont in het Midden-Oosten. Hij schrijft voor diverse media over de regio. Hij schreef recent het boek “In de schaduw van het kalifaat”, over de Arabische wereld. Eerder schreef hij “Zonen van Ismaël”, over de diverse visies van de kerk op de islam.