Huil met wie huilen in Beiroet

Niet zo lang geleden was ik met mijn vrouw op de fiets op weg naar de Waalsdorpervlakte. Ik wilde nu eindelijk wel eens het monument zien, waar op 4 mei onze doden worden herdacht. Op deze vlakte zijn in de tweede wereldoorlog meer dan 250 mensen door de Duitse bezetter geëxecuteerd. Het werd een surrealistische ervaring. Toen we er bijna waren, hoorden we ineens de harde, droge knallen van geweerschoten. Alsof we even terug waren in de tijd en de oorlog nog steeds voortwoedde. Na een kort moment van verwarring zagen we de ingang van de kleiduif schietsportvereniging ‘JST Waalsdorp’. Dat verklaarde de schoten. Hoe verzin je het. Een schietvereniging op de Waalsdorpervlakte….

Eenzelfde surrealistisch gevoel had ik vorige week, toen de haven in Beiroet ontplofte. Het raakte mij natuurlijk diep, omdat we er als gezin meerdere jaren hebben gewoond en je meteen denkt aan al die mensen die je kent. De beelden leken uit zo’n rampenfilm te komen, die zó overdreven is, dat je weet dat het nooit kan gebeuren. En ineens is het realiteit. ‘Dit hebben we zelfs tijdens de burgeroorlog (1975-1990) nooit meegemaakt’, appte iemand. Meer dan de helft van de stad is in meer of mindere mate beschadigd en verwoest. Ik dacht aan Romeinen 12:15: ‘Huil met wie huilen’ (Rom. 12;15)!

Dat laatste doet echter niet iedereen. Gelukkig is er veel meeleven, veel bewogenheid, veel concrete hulp, ook van onze regering. Maar tegelijk ook veel simplisme en domheid. Er werd direct op allerlei manieren gespeculeerd over de oorzaak, al binnen enkele uren na de ramp, terwijl er praktisch nog niets bekend was. De wildste verhalen gingen rond. Trump wist: ‘Het kan onmogelijk een industriële ontploffing zijn, het is een bomaanslag’. De BBC suggereerde dat het te maken zou hebben met het Hariri tribunaal, dat deze week uitspraak zou doen (de rechtbank die oordeelt over een explosie uit 2005, die een einde maakte aan het leven van voormalig premier Rafiq Hariri). En bij Op1 werd gedacht dat het misschien wel Israël was geweest, die Hezbollah een lesje wilde leren. Ze hadden het allemaal mis.

Wat ik helemaal niet meer mee kan maken, is hoe er op sociale media gereageerd wordt, bijvoorbeeld op minister Sigrid Kaag. Zij vertelde hoe de ramp haar persoonlijk had geraakt, omdat ze lange tijd in Beiroet heeft gewoond, het land haar dierbaar is en ze veel vrienden en bekenden heeft, waar ze zich zorgen om maakt. En hoe ze namens ons land hulp heeft toegezegd. Ik snap niet hoe mensen daarop kunnen reageren met: ‘ga erheen en blijf daar’, ‘je bent een vreselijk mens’, ‘Libanon zit niet te wachten op terroristen-lover Kaag’ en de rest herhaal ik maar niet. Maar ook reacties als: ‘ze hebben gekregen waar ze om vroegen’, ‘laat ze hun eigen boontjes maar doppen’, ‘eigen schuld…’ Verbijsterend hoe weinig compassie er blijkbaar onder mensen kan zijn. Honderd(en) doden, duizenden gewonden en nog kunnen mensen niet het respect opbrengen voor verloren levens, voor de onzekerheid over geliefden, voor het verdriet om overledenen en voor de zorg om de toekomst van Libanon en de regio. Het zal wel gaan om een stupide minderheid, maar ze krijgen op Twitter dan toch wel onevenredig veel ruimte. Het zijn er dan ook weer teveel om allemaal te blocken.
Ik probeer het toch maar te negeren en me te richten op wat er aan goeds gebeurt. Zoals de hulp die minister Kaag heeft geboden. Of zoals het Baptisten Seminarie in Beirut, dat alle gastenkamers en conferentieruimtes heeft opengesteld voor mensen die dakloos zijn geworden, ongeacht of ze moslims of christen zijn. Dat noem ik nou liefde en compassie. Dat is daadwerkelijk huilen met hen

die huilen. Gelukkig is er toch nog meer dan een schietverenigingen op de Waalsdorpervlakte en onmenselijke haat op twitter.