Omgekeerde vlag

De omgekeerde vlag is een uitstekende relativering van de BV Nederland en toch stoor ik me er aan

In 2002 schreef de bekende gospelzanger Michael W. Smith het lied ‘There she stands’, ofwel: ‘Daar staat ze (fier) overeind’. De eerste regel van het lied luidt: ‘Wanneer de nacht lijkt te zeggen dat alle hoop is vergaan, dan weet ik dat ik niet alleen ben. In het licht staat ze (fier) overeind.’ Toen ik het lied voor het eerst hoorde, nam ik aan dat het over de kerk ging. Het leven kan soms zo duister lijken, dat je geen uitzicht meer hebt, maar dan weet je nog dat je niet alleen bent. Je maakt deel uit van een groter geheel. De gemeente van Christus is er altijd voor je.

Het lag even anders. De president van de Verenigde Staten, George W. (Bush), had aan Michael W. gevraagd een lied te schrijven naar aanleiding van de aanslagen van 11 september 2001. Dat werd ‘There she stands’. De ‘zij’ uit het lied is niet de kerk van Christus, maar de Amerikaanse vlag. Het lied is een eerbetoon aan alles waar ‘de vlag’ voor staat. Als er geen hoop meer is in de nacht, dan is er altijd nog de vlag die je eraan herinnert dat je deel uitmaakt van het grote en roemruchte Amerika. Je bent nooit alleen, Amerika staat achter je. Als je de vlag hijst, zoals destijds op ground zero in New York, dan laat je zien: wij geven ons niet gewonnen we zullen zegevieren. Het lied is dus ten diepste een soort patriottische verheerlijking van Amerika.

Relativering van BV Nederland
Dat gaat mij als christen nu net even te ver. Ik ben trots op mijn land, maar ik ben ten diepste toch een burger van het Koninkrijk van Christus. Ik heb helemaal geen behoefte om Nederland ook maar enigszins op een voetstuk te zetten, zelfs niet zonder ons koloniale verleden. De waarde van de Nederlandse vlag is voor mij relatief. Wat ik dan van mezelf niet zo goed begrijp, is dat ik toch zo veel moeite heb met al die omgekeerde vlaggen in ons land. Het is een uitstekende relativering van de BV Nederland. Ik ben hier alleen maar op doorreis, op weg naar mijn echte vaderland, en toch stoor ik me mateloos aan die vlaggen. Ik heb geleerd dat ik de vlag met respect moet bejegenen. Ze staat voor iets groters dan jij alleen en daar heb je ontzag voor.

Zo is dat nog steeds het geval op de meeste plekken in de wereld. Collega’s en vrienden uit het Midden-Oosten kunnen niet begrijpen dat je zo respectloos kunt zijn naar je land, dat je de vlag omdraait. Zo verhoud je je tot je vijanden. Je verbrand hun vlag of loopt er overheen. Niet dat dit iets aan de status quo verandert, maar daarmee raak je de ander wel in het hart. Eerverlies is erger dan een flinke klap. Zelfs Libanezen halen het niet in hun hoofd om hun vlag omgekeerd op te hangen. Van hen zou je het kunnen verwachten. Ze zijn door een onbeschrijfelijk corrupte overheid in de steek gelaten en het land staat aan de rand van de afgrond. Saamhorigheid is soms ver te zoeken, maar toch hijst iedereen met trots de Libanese vlag. Als een statement naar de overheid: Wij zijn Libanon. Dit is ons land.

Nederland, dat zijn wij
Wat zegt het dat wij dat niet doen? Ik kan alleen maar concluderen dat wij geen besef meer hebben van saamhorigheid. Dat we deel uitmaken van iets dat groter is dan wijzelf. Met een omgekeerde vlag doe je net alsof jij zelf niet bij Nederland hoort. Nederland is meer dan Den Haag. Nederland, dat ben ik, dat zijn wij. Wij hebben samen allerlei problemen: we produceren te veel stikstof, we consumeren te veel, we vliegen te veel, we belasten de aarde te veel. Dat zijn gezamenlijke problemen. We kunnen er dus ook alleen samen uitkomen. Of we verliezen alles wat we hebben ontvangen. En ja, ook de overheid moet meebewegen. Dat symboliseert de Nederlandse vlag, gewoon rechtop.

Ik zie voor de gemiddelde Nederlandse boer wel een dilemma aankomen. Puur hypothetisch natuurlijk, maar toch. Stel nu dat Nederland later dit jaar wereldkampioen voetbal wordt. Hoe moet je dan vlaggen?

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad:
https://www.nd.nl/opinie/columns/1136202/de-omgekeerde-vlag-is-een-uitstekende-relativering-van-de-bv-ne

Gezocht: dienaar

Gezocht: een betrokken, inspirerende, ervaren, empathische, verbindende en bevlogen predikant

Het is niet ongebruikelijk dat kerkelijke gemeenten een vacature plaatsen als ze een nieuwe predikant of voorganger zoeken. Een kandidaat kan daar dan op solliciteren. Tot voor kort was dat taboe, want als je geroepen was tot het ambt, werd dat bevestigd door de roeping van een concrete gemeente. Zelf solliciteren, dat is de Geest voor de voeten lopen.

Het is wel interessant om te lezen welke functie-eisen aan een predikant of voorganger worden gesteld. Er wordt gezocht naar een ‘actieve en gedreven voorganger’, of ‘een luisterende predikant, met oog voor de grote diversiteit in onze gemeente’. Een andere gemeente zoekt een ‘betrokken en inspirerende predikant’, een ‘ervaren predikant’ of een ‘empathische en verbindende’ predikant.

Weer een andere kerk zoekt een ‘bevlogen predikant, die inspiratie kan toevoegen aan de traditie’. En er zijn zelfs gemeenten die gewoon een ‘voorganger’ zoeken. Bij die laatste vacaturetekst wordt wel verteld wat je taken allemaal zijn, zoals ‘de geloofsgemeenschap opbouwen, een paar keer per maand voorgaan in de diensten en initiatieven uit de gemeente ondersteunen’.

Niet enthousiast
Ik word er eerlijk gezegd niet enthousiast van. Zeker, de eisen en taken betreffen competenties en kwaliteiten die heel waardevol zijn en die predikanten eigenlijk niet kunnen missen. Maar ja, geldt dat eigenlijk niet voor veel beroepen?

Een empathische goede arts, die tijd voor me heeft en bevlogen is, die letterlijk en figuurlijk goed kan verbinden, dat lijkt me erg belangrijk. De vraag is of dat nou het belangrijkste is dat ik van een arts nodig heb? Natuurlijk is het prettig als mijn specialist empathisch en toegankelijk is en misschien bevordert het ook nog eens mijn genezingsproces. Toch wil ik dat mijn arts vooral competent is en verstand van zaken heeft. Dat hij of zij kennis heeft van ziektes en aandoeningen en hoe je die moet behandelen. Aan een inspirerende kwakzalver heb ik niets.

Hetzelfde geldt wat mij betreft voor predikanten en voorgangers. Als ik in het Nieuwe Testament lees wat er van ‘voorgangers’ wordt verwacht, lees ik andere dingen dan in onze vacatures. Het gaat niet over empathisch vermogen of een inspirerend karakter. De functie-eisen zijn: vol van de Geest en van wijsheid, vol van geloof en kracht (Handelingen 6 vers 3, 5, 8).

Het gaat om mensen die in hun leven die volheid van de Geest ook laten zien. Dat heeft alles te maken met waar voorgangers toe geroepen zijn, namelijk het ‘bedienen’ van de christelijke gemeente. Of het nu gaat om herders, leraars, apostelen, profeten, evangelisten of wie er ook maar in de gemeente een gave heeft ontvangen, het doel is de gelovigen toe te rusten om te dienen en zo te werken aan de opbouw van de gemeente (Efeziërs 4). Dat ben ik eigenlijk in nog geen één advertentie tegengekomen.

Hoe kan dat?

Lekker in het gehoor
Zouden we dan toch vooral van een voorganger verwachten dat de preek lekker in het gehoor ligt en relevant is? Of dat hij of zij mij (emotioneel) raakt, de boel bij elkaar houdt en tegenstellingen weet te overbruggen? En vooral niet te veel pretenties heeft? Dat lijkt dan op een arts die zijn patiënten een aai over de bol geeft en zegt dat het wel goed komt en dat je hem altijd kunt bellen, maar niet werkelijk iets doet voor je gezondheid.

Een voorganger is geroepen om vol van de Geest en van wijsheid te zijn. Om Gods bedoelingen met mens en wereld duidelijk te maken en ons kritisch aan te spreken op wat daaraan niet voldoet. En om vervolgens ook Gods genade en vergeving met ons te delen, zodat we groeien in onze relatie met God en een getuige worden van zijn liefde.

Het is zo gek nog niet om een voorganger ‘verbi divini minister’ te noemen, dienaar van het Woord van God. Dat zie ik graag terug in vacatureteksten. En dan kan ik er best mee leven als die voorganger ook nog inspirerend en empathisch is.

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad, zie: https://www.nd.nl/opinie/columns/1132878/gezocht-een-betrokken-inspirerende-ervaren-empathische-verbinde#closemodal 

Speciale zondagen

“Ik heb moeite met allerlei speciale zondagen, maar zou daarop één uitzondering willen maken.”

Gisteren was het de zondag voor de vervolgde kerk. Dat is een initiatief van de stichting Open Doors, bij de meeste lezers wel bekend als de organisatie die zich wereldwijd inzet voor vervolgde christenen. Dit jaar hebben ook andere organisaties als de Stichting Hulp Vervolgde Christenen, Friedenstimme en SDOK dit initiatief omarmd. Dat is een mooi teken van eenheid.

Want – zo heb ik altijd geleerd – vervolging houdt niet op bij de grenzen van de kerk. Je wordt vervolgd om je toewijding aan Jezus Christus, niet om de kerk waar je bij hoort. Je zou daarover kunnen twisten. In China werden (en worden) geregistreerde kerken (onder toezicht van de overheid) met rust gelaten en onafhankelijke kerken juist onder druk gezet.

En katholieken en protestanten hebben elkaar nogal eens dwars gezeten. Maar dat is ook deels politiek van aard. Het blijft hoe dan ook goed om de eenheid te zoeken. En samen één zondag per jaar stilstaan bij de vervolgde kerk is geen luxe.

Zondag voor opa en oma

Toch heb ik persoonlijk ook heel veel moeite met allerlei speciale zondagen. Er zijn er nogal wat. Er is een zondag voor het wereld-diaconaat, een Israël-zondag, een klimaatzondag (19 juni), een roze zondag, een prolife-zondag, reformatorische christenen kennen een reformatiezondag en Amerika heeft een Martin Luther Kingzondag (tegen racisme).

O ja, recent heeft de paus – naast moederdag en vaderdag – ook nog een opa- en omadag voorgesteld, op de laatste zondag van juli. Die zondag ligt namelijk dicht bij 26 juli en dat is – voor mij overigens geheel nieuw – de gedenkdag voor de opa en oma van Jezus.

Ik vind dat dit alles afdoet aan het karakter van de rustdag – en laten we daarbij even geen zinloze discussie voeren of dit dan de zaterdag of de zondag zou moeten zijn. Hoe belangrijk de genoemde thema’s ook zijn, en hoezeer we daar ook aandacht voor moeten vragen, volgens mij draait het op de rustdag om iets heel anders.

Deze dag is bedoeld om op adem te komen bij God, rust te vinden voor je ziel door weer afgestemd te raken op Gods bedoelingen met je leven. Het is de dag van de opstanding, waarop we het nieuwe leven vieren en ontvangen en vooruitkijken naar het grote bruiloftsfeest dat komt. Een paradijselijke dag. Dat we van deze dag in ons calvinistische Nederland iets totaal anders gemaakt hebben en dat velen zacht gezegd gefrustreerd zijn over de zondag doet daar niets aan af. De rustdag is ten diepste ‘Christusdag’.

Nog nodig?

Wat ik me dan afvraag is hoe het kan dat we, als we die rustdag serieus nemen en echt inhoud geven, nog aparte zondagen nodig hebben. Hebben we dan op de reguliere zondag zo weinig van God gezien dat we er apart aan herinnerd moeten worden dat racisme uit den boze is? Dat we nog eens moeten horen dat God de schepping gemaakt heeft en wij er dus zuinig op moeten zijn of dat Hij het leven liefheeft en koestert?

Kunnen we op één zondag leren dat God trouw blijft aan zijn beloften aan Israël en de volken? En dat we onze (groot)ouders moeten eren? Als we het op gewone zondagen niet leren, dan is het een illusie te denken dat het kwartje op een speciale zondag ineens wel valt. Dat heeft dan meer te maken met ons gebrek aan ontvankelijkheid.

“Als we het op gewone zondagen niet leren, dan is het een illusie te denken dat het kwartje op een speciale zondag ineens wel valt.”

Zou het dan toch niet een goed idee zijn om een uitzondering te maken voor de zondag voor de vervolgde kerk? De vervolgde kerk is immers het lichaam van Christus. En Paulus zegt zelf dat hij in zijn lichaam aanvult wat er nog ontbreekt aan het lijden omwille van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk (Kolossenzen 1:24). Ik kan daarmee leven, maar dan zou ik het wel anders willen noemen: de zondag van de vervolgde Christus. Want ook op de zondag van de vervolgde kerk staat niet de kerk centraal, maar de Heer van de Kerk.

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad: https://www.nd.nl/opinie/columns/1128833/ik-heb-moeite-met-allerlei-speciale-zondagen-maar-zou-daarop-ee#closemodal

Schuilkelders

De schuilkelders waren voor Samuel geen voedingsbodem van bitterheid

Hij was 21, denk ik, toen ik hem ontmoette, in Libanon. Laten we hem Samuel noemen. Hij had een eigen zaakje in elektronica en met wat hij daar verdiende betaalde hij zijn studie. Hij was een volgeling van Jezus en actief in het studentenwerk. Hij leidde bijbelstudies, en dacht mee over de toekomst van de studentenbeweging en trainde jonge nieuwe leiders. Ik was onder de indruk van hem.

Als je zijn levensverhaal ziet, was het helemaal niet vanzelfsprekend dat hij zo’n toegewijde volgeling van Jezus was. Als dat überhaupt ooit vanzelfsprekend is. Samuel was geboren tijdens de Libanese burgeroorlog (1975-1990). Hij woonde met zijn ouders in Beiroet. Zijn woonwijk was regelmatig doelwit van bombardementen en beschietingen. Al besefte hij er als jongetje van twee of drie nog niet veel van, hij bracht veel tijd door in de schuilkelder.

Op een dag sloeg het noodlot toe. Tijdens een pauze in de bombardementen ging het gezin even naar buiten voor frisse lucht, om voorraden in te slaan. Net op dat moment sloeg een granaat in, dicht bij hun huis. Samuels vader was op slag dood, Samuel raakte gewond door een scherf en zijn moeder zag het gebeuren. Met haar man verloor ze ook de glans van haar leven. Samuel draagt tot vandaag de herinnering aan die dag met zich mee in de vorm vaneen groot litteken. Je zou zeggen, dat is een voedingsbodem voor bitterheid.

Onverklaarbaar mild

Niet voor Samuel. Hoe en waarom, dat kan ik niet logisch verklaren. Door de mensen om hem heen, de christelijke gemeente waar hij bij hoorde en vooral ook de christelijke studentenbeweging (IFES) waarmee hij in aanraking kwam, heeft hij de genade van God geproefd. Dat heeft hem een zekere genezing gegeven en mild gemaakt, ondanks dat het gemis van zijn vader zijn leven lang met hem mee zal gaan.

Het heeft hem ook het verlangen gegeven om die liefde in Christus te delen met vele andere studenten, die net als hij op de een of andere manier geraakt en getraumatiseerd zijn geraakt door de burgeroorlog.

De laatste weken moet ik vaak aan Samuel denken. Er zijn velen in Oekraïne die veel tijd doorbrengen in schuilkelders, die alles kwijt zijn geraakt en net als Samuel een vader, of als zijn moeder een man hebben verloren.

Hoe gaat dat verder? Welke haat en bitterheid roept dat op? Leidt dat tot nog meer radicalisering? Ik probeer me soms voor te stellen wat het moet zijn om oorlog mee te maken, maar dat lukt me niet. Het is te onwerkelijk.

Genezende kracht

Als ik het verhaal van Samuel tot mij door laat dringen, besef ik ineens weer hoe onvoorstelbaar belangrijk de christelijke gemeente is. In de tijd van de burgeroorlog konden de kerken in Libanon publiekelijk niet zo veel doen. Het was te gevaarlijk, de tegenstellingen waren te groot.

Maar in het verborgene ging er blijkbaar een enorme genezende kracht uit van de gemeente, van het samen dragen, van het samen zingen, en het samen bidden. Het heeft op Samuel grote impact gehad. En wel zo dat hij vandaag nog steeds zonder schaamte het evangelie deelt, met mensen die in de burgeroorlog misschien wel verantwoordelijk waren voor de aanval op zijn woonwijk.

Naar die kracht verlang ik ook. De oorlog in Oekraïne schudt de christelijke gemeente in Nederland wakker en zet ons in beweging. Maar, laten we eerlijk zijn, de kerk is menselijkerwijs gesproken in Nederland, in een seculiere en multireligieuze samenleving, niet meer zo relevant. Al denken we zelf al gauw van wel.

Het lijkt me nodig dat we samen als heiligen – protestants, evangelisch, rooms-katholiek, orthodox – erkennen dat we het ook niet meer zo goed weten. Dat we gaan erkennen dat we volkomen afhankelijk zijn van de liefde van God in Jezus Christus. Ik hoop en bid dat we daarvoor niet eerst in de schuilkelders hoeven te zitten.

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad: https://www.nd.nl/opinie/columns/1123588/de-schuilkelders-waren-voor-samuel-geen-voedingsbodem-van-bitte

Klap met respect

Is het normaal geworden om mensen met een grap te kijk te zetten?

Zinedine Zidane. Hij was een van de beste Franse voetballers ooit en vandaag een toptrainer. Toch denkt elke voetbalfan bij Zidane als eerste aan een kopstoot.

Tijdens de WK-finale tussen Frankrijk en Italië deelde de Frans-Algerijnse voetballer een harde kopstoot uit aan de Italiaan Marco Mazeratti. Zidane kreeg een rode kaart en Italië won de wereldbeker. Een onverklaarbare actie, maar niet voor Zidane. Mazeratti had tijdens de wedstrijd de zus van Zidane min of meer uitgemaakt voor hoer. Dat vroeg om een gepaste reactie. Zidane kon dit niet langs zich heen laten gaan.

Aan dat incident moest ik kortgeleden denken, toen Will Smith onlangs bij de Oscaruitreiking cabaretier Chris Rock voor het oog van heel de wereld een mep verkocht. Rock had een onsmakelijk grap gemaakt over de kaalheid van Smiths vrouw Jade. Jade heeft alopecia, een ziekte die leidt tot haaruitval. Smith kon de grap niet verdragen en heeft dat Rock op pijnlijke wijze duidelijk gemaakt.

Smith kreeg niet direct een rode kaart, mocht zelfs onder een staande ovatie nog een Oscar in ontvangst nemen, maar trok zich een paar dagen later vrijwillig terug uit de ‘Academy’, de organisatie die de Oscars uitreikt. Zidane heeft nooit excuses aangeboden. Smith heeft dat wel gedaan: ‘Er is geen plaats voorgeweld in een wereld van liefde en vriendelijkheid.’

Begrip

Ik ben het op dit punt helemaal met Smith eens. Als volgeling van Jezus kan ik ook niet anders. Ik geloof in de kracht van liefde die de haat laat verdampen. Maar ik merk dat ik steeds meer begrip krijg voor Smith en – met terugwerkende kracht – voor Zidane. Want er kan dan weliswaar geen plaats zijn voor geweld in een wereld van liefde en vriendelijkheid, de wereld waarin ik leef is geen wereld van liefde en vriendelijkheid.

Wat ik moeilijk te verteren vind, is dat de verontwaardiging over Smiths reactie hoog oploopt, maar dat er maar weinig discussie is over de actie van Rock. Dat moet kunnen. Ik kan daar niet over uit. Is het dan zo normaal geworden om mensen met een grap te kijk te zetten? Ik vind het niet oké dat je scoort met een grap over de ziekte van iemand anders. Het maakt niet uit of het gaat over alopecia dat ‘slechts’ haaruitval veroorzaakt, of over prostaatkanker of over een dwarslaesie. De meeste cabaretiers kunnen dan wel inpakken, maar dat moet dan maar. Het getuigt in mijn ogen van gebrek aan respect voor de basale menselijke waardigheid. Er zijn meer mensen getraumatiseerd door de vernederende woorden waarmee ze zijn gepest, en die zich diep in hun ziel hebben vastgezet, dan door een incidentele klap.

Gepast

In veel niet-westerse culturen bestaat daarover geen enkele twijfel. Je laat je moeder of je zus niet zomaar beledigen. Dat vraagt om een reactie en daarom hebben de meeste mensen misschien wel meer begrip voor de reactie van Smith dan voor de grap van Rock. Het was niet slim, maar wel gepast.

Het schuurt natuurlijk wel, bij mij. Jezus zegt in de Bergrede (Mattheüs 5 tot 7) immers dat je de minste moet zijn en de andere wang moet toekeren. En dat geldt niet alleen letterlijk voor Rock, maar ook figuurlijk voor Smith. Toch kunnen woorden volgens Jezus even problematisch zijn als een daadwerkelijke klap. Sterker nog, wie zijn naaste dwaas of leeghoofd noemt, is ook al schuldig aan ‘broedermoord’ en zal zich daarvoor op dezelfde wijze moeten verantwoorden als wie zijn naaste haat of geweld aandoet (Mattheüs 5 vers 22). Elke vorm van geweld begint immers met verbaal geweld, de verbale dehumanisering van de ander.

De grap van Rock en de klap van Smith staan wat betreft omvang en impact in geen verhouding tot de oorlog in Oekraïne. En toch zetten de woorden van Jezus je, ook in het licht van deze situatie, wel aan het denken.

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad:
https://www.nd.nl/opinie/columns/1118434/is-het-normaal-geworden-om-mensen-met-een-grap-te-kijk-te-zetten-

Alliantie geloof, land en macht

Als geloof wordt verbonden met macht en met territoriale aanspraken, dan gaat het grondig mis. Dat blijkt maar weer in Oekraïne. Poetin en patriarch Kirill hebben een soort heilige alliantie  gesloten. Rusland en de Russisch-Orthodoxe Kerk horen bijeen en zijn samen uit op het oude Tsarenrijk. Dat is de enige manier om zich te weren tegen het verloederde Westen met zijn onheilige levensstijl. Europa blijft voor hen het grote kwaad en komt veel te dichtbij.

Natuurlijk is zo’n alliantie niet nieuw. Vanaf het moment dat de Romeinse keizer Constantijn zich inliet met het christelijke geloof in de vierde eeuw is de kerk op een bepaalde manier constant verbonden geweest met macht en territorium. Van de kruistochten in de Middeleeuwen, tot de herovering van Spanje op de islam door de rooms-katholieken in de vijftiende eeuw en de koloniale veroveringen op de niet-westerse beschavingen daarna. Altijd was religie een factor.

Zuiver en toegewijd

En dan heb ik het alleen nog maar over het christendom. Maar hetzelfde geldt voor joden, moslims en niet te vergeten hindoes, in India. Oorspronkelijk was het zionisme sterk seculier, maar na de stichting van de staat Israël is het steeds religieuzer geworden. Alleen in het land kun je volgens de Thora echt ten volle jood zijn. Voor moslims is Mekka heilig, daar mag je niet eens komen als je geen moslim bent. Het land bepaalt uiteindelijk je identiteit als gelovige. Het is de plek waar God heeft gehandeld, jouw volk in het leven heeft geroepen en waar Hij zich aan heeft verbonden. Zonder dat land ben je losgeslagen van je wortel, van je identiteit. De religie heeft machthebbers nodig om ervoor te zorgen dat het land ook zuiver en toegewijd blijft aan de religieuze idealen en machthebbers kunnen niet zonder de steun van de kerk die hun een goddelijke legitimatie verleent. Vandaar die verbondenheid van Poetin en Kirill.

Dat kunnen we ons in Nederland nauwelijks meer voorstellen. Geloof is iets individueels geworden en zeker niet verbonden met ons land, laat staan de overheid. Maar voor velen in de wereld heeft het land misschien wel dezelfde waarde als voor ons een kind. Als iemand aan je kind komt, staat de tijger in je op en gebruik je elke mogelijke macht om het kind te beschermen. Je zou er zelfs voor kunnen doden.

Russische tanks

Wat moet je daarmee in onze huidige crisis? Maakt dat de inval van Rusland acceptabeler? Wat mij betreft absoluut niet, al moet je wel begrijpen wat er speelt om het te kunnen bestrijden. Maar daarmee houdt het vooral mijzelf – en ik hoop de lezer – een spiegel voor. Als ik eerlijk ben zit ik ook gevangen in een soort heilige oorlog. Ik word meegezogen in het wij-zij-denken. ‘Wij’ zijn goed, ‘zij’ zijn slecht. God staat toch meer aan onze kant dan aan die van Kirill en Poetin. Ik schrik van mezelf als ik blij word dat Oekraïne weer wat Russische tanks heeft vernietigd. Omdat ‘wij’ dan winnen en ‘zij’ verliezen. Alsof er geen soldaten in die tanks zaten die hun leven verloren. Zou Jezus dat ook denken? Zou Hij die zijn leven gaf voor Syriërs, christenen, moslims, joden en ja, ook Russen, inclusief Poetin, partij kiezen? Misschien wel ja, maar dan partij voor de slachtoffers. Maar niet voor een kerk die de eigen staat, volk en cultuur vereenzelvigt met het Koninkrijk van God. Daarin is de Bijbel wel duidelijk. Jezus’ rijk is niet van deze wereld. Wie claimt dat zijn eigen wereldrijk samenvalt met dat van Christus vindt de Allerhoogste tegenover zich. Het oordeel begint bij het huis van God.

Misschien moeten we ons maar eens afvragen of christelijke politiek wel mogelijk is. Al zijn wij dan beschaafder, het is potentieel een explosieve combinatie: christen zijn en macht willen uitoefenen. Dat blijkt maar weer in Rusland.

Domine, Dona Nobis Pacem: geef ons vrede, Heer.

 

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad:
https://www.nd.nl/opinie/columns/1114068/alliantie-geloof-land-en-macht

Stoppen met columns?

Weg met de column!? Dat is een vreemde stelling om mee te beginnen. Wat is er mis meteen column? Een goede column scherpt de geest. Hij prikkelt, doet je glimlachen of sterkt je in een bepaalde visie. Soms irriteert hij. Dat alles maakt het schrijven van een column ook zo leuk. Waarom dan toch de vraagtekens?
Dat heeft te maken met polarisatie, het versterken van tegenstellingen tussen groepen. Het is een open deur als ik zeg dat we getuige zijn van een nogal heftige polarisatie in de samenleving, ook binnen de christelijke gemeenschap.
Dat gaat over veel meer dan corona. Het botst als het gaat over de islam. Het wordt spannend in bepaalde gemeenten als het gaat over de positie van de vrouw. De organisaties Christenen voor Israël en Sabeel of een Ander Joods Geluid zijn niet echt goede vrienden. Het clasht als het gaat over homoseksuele of lesbische relaties.
Een goed genuanceerd gesprek rond de Bijbel is dan nauwelijks nog mogelijk. Posities zijn ingenomen en de ander is afgeserveerd.

Media als katalysator

Wat heeft dat nu met het schrijven van columns te maken? Filosoof Bart Brandsma heeft in een heel helder boek (Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken) de dynamiek van polarisatie beschreven. Hij gaat daarbij ook in op de rol van media. Nee, hij geeft niet ‘de’ media de schuld van polarisatie, maar volgens Brandsma kunnen media wel functioneren als een katalysator van polarisatie. Een katalysator is een element dat een proces versnelt of versterkt.
Het hoeft weinig betoog dat in nogal wat media – sociaal of traditioneel, geschreven of ‘gevlogd’, getweet of uitgezonden – de aandacht algauw uitgaat naar wat opzien baart. De botsende debatten in de Tweede Kamer, waar de een de ander voor rotte vis uitmaakt of dreigt met tribunalen, is voor het publiek interessanter dan urenlange inhoudelijk sterke maar verder saaie vergaderingen. Een talkshow met gasten die het met elkaar eens zijn, wordt minder vaak gedeeld dan die waar het knettert.
Als ophef, spektakel of felheid, als tegenstellingen de selectie van de onderwerpen bepaalt, werken media als een katalysator van de polarisatie. Verdwijnt de aandacht voor de extremen, stelt Brandsma, dan dooft de polarisatie uit.

Praktijk minder mooi

Maar geldt dit ook voor columns? Een goede column is toch juist bedoeld allerlei ook gevoelige thema’s eens van een andere kant te bekijken. Om argumenten te wegen, te toetsen of van kritiek te voorzien. Juist de scherpte – of de humor – kan in de complexiteit van het leven nieuw inzicht geven of een dieper begrip van de zaak. Dat versterkt de grote groep van mensen die helemaal niet in de dynamiek van polarisatie willen worden meegezogen.
Toch is de praktijk minder mooi. Juist wanneer de polarisatie toeneemt, is het effect van een column veel minder positief dan columnschrijvers en redacties mogelijk denken. Dat heeft minimaal twee redenen.
Mijn eigen ervaring is dat columns vooral gelezen worden door wie het er toch al mee eens zijn. Of laat ik het omdraaien, ik weet dat er bepaalde mensen zijn die mijn columns per definitie niet meer lezen, omdat ze mijn visie op thema’s als diversiteit en islam verafschuwen. Als dat zo is, helpt zelfs een goede column niet meer, hoe genuanceerd ook.
Ten tweede grijpen, bij felle en scherpe tegenstellingen, tegenpolen alles aan om de kloof, de afstand verder te vergroten. Dan leveren pogingen om al schrijvend en genuanceerd tegenstellingen te overbruggen juist nieuwe brandstof om weer een ronde van strijd en verwijdering in te gaan. Dan pakt dus iedere poging, hoe goed bedoeld ook, averechts uit.

Moet ik dus maar stoppen met het schrijven van columns? Het antwoord ligt bij u en mij als lezer: zijn wij uit op sensatie en conflict, kunnen we het niet laten in ‘wij-zij’-termen te denken, ook binnen de christelijke gemeente? Als dat zo is, moet ons lezers eens goed de spiegel worden voorgehouden. Maar hoe? Misschien met af en toe een goede column!

 

Deze column verscheen eerder in het Nederlands Dagblad:
https://www.nd.nl/opinie/columns/1084731/moet-ik-gewoon-maar-stoppen-met-het-schrijven-van-columns-

Verzoening

Ik wil me graag door Tutu en de Waarheids- en Verzoeningscommissie laten inspireren.

Desmond Tutu, hij overleed op tweede kerstdag jongstleden. Er is al veel over hem gezegd en geschreven. Zijn leven stond in het teken van de strijd tegen onrecht en
ongelijkheid, zowel in Zuid-Afrika als daarbuiten. Hij streed zonder aanzien des persoons tegen het kwade. Dat had alles te maken met zijn geloof in Christus. Zijn
dochter beschreef hem als een man van gebed en een man van vrede (ND, 27 december).

Waar ik nog maar heel weinig over gehoord heb, is de rol van Tutu als voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie (WVC) in Zuid-Afrika. Dat is de commissie die
zich boog over hoe het verder moest na de gruwelen van apartheid. Want je kunt wel strijden tegen onderdrukking, maar wat komt daarna?
De geschiedenis leert dat de onderdrukten van vandaag de dictators zijn van morgen. Wraak leidt vaak tot een nieuwe spiraal van geweld, een voortdurende cirkel van actie
en reactie, van eer- en bloedwraak. Hoe voorkom je dat het hele land uit elkaar valt? Vervolging van alle daders was onmogelijk, totale amnestie onwenselijk. Je kunt niet
doen alsof er niets gebeurd is. Maar wat dan?

Mede onder invloed van Tutu is de WVC in het leven geroepen, even uniek als geniaal. Deze commissie moest alles wat er gebeurd was boven water te krijgen. Aan de ene kant
konden de slachtoffers voor deze commissie hun verhaal vertellen. Hun pijn en verdriet werden in alle rauwheid voor het voetlicht gebracht, zodat het echt gezien, gevoeld en
erkend zou worden. Dat was heftig. Wat mensen hadden meegemaakt was niet voor te stellen; er waren vaak geen woorden voor. Er zijn beelden van de hoorzittingen waarin
Tutu met de slachtoffers tot bittere tranen toe geraakt is.
De andere kant was dat daders al hun gruweldaden eerlijk zouden opbiechten en de waarheid zouden vertellen. Na jaren hoorden mensen eindelijk wat er met hun geliefden
was gebeurd. Alleen als alles eerlijk werd verteld, zouden de daders in aanmerking kunnen komen voor amnestie. Tutu geloofde dat er langs deze weg ruimte zou kunnen
komen voor daders en slachtoffers om elkaar weer in de ogen te kijken en misschien zelfs in de armen te sluiten.

Niet iedereen kon begrijpelijkerwijs meegaan in dit proces van verzoening. Voor sommigen was de pijn zo groot, dat ze degenen die hun leven verwoest hadden niet
konden vergeven. Hoe kan het dat mensen voor hun daden niet worden gestraft? Tutu was er van overtuigd dat dit – hoe pijnlijk ook – toch nodig was voor een nationale
katharsis, een nationale reiniging en een nieuwe toekomst.

Wat mij bijzonder heeft getroffen in zijn inzet voor deze commissie, is dat hij zelfs de daders van de meest gruwelijke gewelddaden als mensen is blijven zien. Dat was nu net
het probleem van de apartheid. Witten zagen de zwarte bevolking niet meer op gelijke wijze als mens en omgekeerd. Daar wilde Tutu niet aan meedoen. De WVC was het
resultaat. Ik weet niet of ik dat zou kunnen, als mensen zich onmenselijk hebben gedragen, maar wil me graag door Tutu laten inspireren. Als daders geen mensen zijn,
zijn ze ook niet meer aanspreekbaar op goed en kwaad.

Ik weet niet goed hoe ik de boodschap van Tutu naar vandaag kan meenemen. Ik heb het gevoel dat de tegenstellingen vandaag niet op te lossen zijn door elkaar in de ogen te
kijken en met elkaar in gesprek te gaan. Maar ja, gold dat niet veel meer voor de gruweldaden van de apartheid?

De WVC heeft niet het paradijs gebracht in Zuid-Afrika, maar wel ruimte geschapen voor een nieuwe toekomst. Wat als de christelijke gemeente daar nu vandaag eens het
voortouw in neemt? En we ophouden met het demoniseren van mensen? Dat vraagt – zo leer ik ook van Tutu – wel een grote mate van zelfrelativering. En, niet te vergeten,
uitbundige en aanstekelijke humor.

https://www.nd.nl/opinie/columns/1078093/verzoening 3/3

Geloven in een exclusieve waarheid ligt lastig in de inclusieve samenleving van nu

Christenen die een exclusieve waarheid claimen, worden al gauw als intolerant gezien. Theologen bespreken vandaag hoe je in een samenleving waarin je tolerant moet zijn naar alles en iedereen toch trouw aan je geloof kunt zijn. Wie denkt dat alleen moslims nogal hardhandig omspringen met afvallige geloofsgenoten, kent het bijbelboek Deuteronomium niet: wie andere goden vereert dan de God van Israël, moet gestenigd worden tot de dood erop volgt. ‘Een erg ongemakkelijk tekst’, vindt Bernhard Reitsma, bijzonder hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zeker in de samenleving van nu, waarin alles draait om tolerantie en inclusiviteit – iedereen hoort erbij.
Een groep deskundigen buigt zich de komende twee dagen (17 en 18 mei 2021) tijdens een expertmeeting aan de Vrije Universiteit over de vraag hoe je als gelovige recht kunt doen aan die inclusieve samenleving en er tegelijkertijd een exclusief geloof (‘dit is de waarheid’) op na kunt houden. Is het echt zo ingewikkeld in de samenleving te functioneren met een duidelijk omlijnd geloof?
‘In een seculiere samenleving wordt benadrukt dat je niet zo op je strepen moet gaan staan als het gaat over geloof. De ruimte om als christen je eigenheid te bewaren en toch inclusief te zijn, staat onder druk. De vraag is hoe je als christen trouw kunt blijven aan de overtuiging waar je voorstaat – dat God zich in Jezus heeft geopenbaard – en tegelijkertijd in de samenleving verbindingen kunt leggen, ook met mensen met wie ik het niet eens ben. ’Wie andere goden vereert, moet dood, staat in Deuteronomium 17. Zo’n tekst geeft weinig ruimte. ‘Het is de meest exclusieve vorm van exclusivisme: als mensen niet meer geloven, horen ze niet meer in de samenleving, en zelfs niet in het leven thuis. Ik vind dat een ongemakkelijke boodschap. En er zijn meer teksten in de Bijbel waar een vrij scherpe lijn tussen binnen en buiten wordt getrokken. ’Het lijkt erop dat maar weinig christenen met teksten als deze in hun maag zitten. ‘Nee, Deuteronomium 17 kom je niet tegen in boeken waar ongemakkelijke bijbelteksten worden besproken. De teksten waarin staat dat iemand die God de rug toekeert gedood moet worden, laten we liggen. We zeggen al gauw: ja, maar dat is toch het Oude Testament? ’Is dat een goede redenering: het is de oude bedeling, dus niet meer voor ons?
‘Nou, de redenering dat het Oude Testament niet voor christenen geldt, is al heel lang geleden afgewezen als een ketterij. En we lezen de Bijbel dan selectief, want we pikken wel de Tien Geboden en mooie Psalmen mee. En bovendien wordt in het Nieuwe Testament, in Hebreeën 10 vers 28, die tekst uit Deuteronomium geciteerd. Dus nee, dat is geen logische redenering, je kunt die teksten niet zomaar wegpoetsen en zeggen ‘dat was voor toen”. Natuurlijk staan ze in een bepaalde context, maar dan nog blijft het ongemakkelijk dat dit de wil van God is. Zo’n tekst stoort mijn theologie, en dat is goed. Het zet me aan het denken: wat zegt dit over de manier waarop ik de Bijbel lees? Wat zegt dit over mijn beeld van God? ’Wat moeten we dan vandaag met die teksten? ‘In ieder geval niet overslaan, want dan schep je een geloof dat jou uitkomt. De vraag is hoe je religieus exclusief kunt zijn –‘wat ik geloof is waar en belangrijk voor anderen’ – en tegelijk sociaal inclusief: leven in een samenleving waar ruimte is voor alle religies, inclusief die waar ik het niet mee eens ben. Hoe doe je dat? Is dat eigenlijk wel mogelijk? Hoe ben je kerk in een wereld waar heel veel andere religies zijn? Daar gaan we het over hebben tijdens de meeting. ’Is geloven in een exclusieve waarheid extra ingewikkeld in een tijd waarin inclusiviteit in de samenleving met hoofdletters geschreven staat? ‘Ja, in bepaalde periodes in de geschiedenis was dat geen issue, omdat geloofsafval werd gezien als overlopen naar de tegenstander. In onze tijd ligt dat moeilijker. Nu bestaat het beeld dat iedereen erbij moet horen, hoe verschillend je ook bent en denkt. Al is de werkelijkheid anders. We zeggen wel dat we heel inclusief zijn, maar zijn dat niet. Dat zie je bijvoorbeeld bij discussies over etniciteit en gender: we sluiten daar onbewust mensen uit.’
Nederlands Dagblad https://www.nd.nl/geloof/geloof/1034960/exclusief-geloof-ligt-lastig-in-inclusieve-samenleving#3/4

Tegenstellingen

Als ik terugkijk op het afgelopen jaar, dan kan ik er eigenlijk niet bij hoeveel er ineens mogelijk is geworden, wat daarvoor op principiele bezwaren stuitte. Ik heb al eens eerder geschreven over handen geven, wat zo fundamenteel bij onze cultuur hoorde, dat eigenlijk niet werd geaccepteerd als moslims dat principiele redenen niet wilden doen. Nu hoor je daar niemand meer over. Hetzelfde geldt voor wat er in de kerk allemaal niet mogelijk is. Je kunt tegenwoordig via internet op een computerscherm, lees tv, uitzendingen van diensten van de Ger Gem meemaken, terwijl dit kerkgenootschap nog steeds tegen televisie is. Talloze kerken die principieel tegen een beamer waren zijn spontaan overgegaan op een beamer. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Bijzondere omstandigheden laten zien dat heel veel relatief is.

Maar er is nog iets anders dat heel hard is gaan schuiven. Complottheorieen.
Dat was tot voor kort vooral iets van landen buiten Europa, M.O. etc. en iets dat vooral liet zien hoe moslims nog steeds zouden achetrlopen bij de beschaafde westerse wereld geen hand wilden geven niet werden. Er is nu ongeveer een jaar Corona in Nederland. Toen wij naar het Midden Oosten vertrokken, zo’n 20 jaar geleden, kregen we uit onze omgeving nogal eens te horen dat je moest oppassen met Arabieren in het algemeen, en met moslims in het bijzonder. Waarom? Omdat je ze niet zou kunnen vertrouwen. Ze liegen en lichten je op waar je bij staat. Zo klonk het nog wel eens, uit de mond van mensen die overigens vaak nog geen voet in het Midden Oosten hadden gezet. En zeker, we zijn best wel eens opgelicht en bij de neus genomen, overigens door christenen niet minder dan door moslims. Toch kan ik niet zeggen dat de mensen die ik heb leren kennen nu door hun afkomst onbetrouwbaarder zijn dan de gemiddelde Nederlandse burger.

Dat feit wordt de laatste maanden op nog een hele andere manier bevestigd. Eén van de dingen die je in het Midden Oosten vrij stelselmatig tegenkomt, is het rondgaan van complottheorieën. Over de overheid, die corrupt is en alles doet om de bevolking het leven zuur te maken, over hoe het Westen en de staat Israël er alles aan doen om het Midden Oosten klein te houden en te overheersen. Ook op andere manieren is er wel eens irrationele paniek. Bij een zonsverduistering kunnen mensen zomaar binnen blijven uit angst voor gevaarlijke straling en bij Corona weet je ook niet meer wie het waar vandaan al dan niet bewust heeft meegenomen. Op zich allemaal niet zo schokkend, maar voor veel Westerlingen wel een teken van inferioriteit. Irrationele angst voor allerlei zaken, waar we in tussen in het Westen al lang afstand van genomen hebben. We blijken ineens heel erg vatbaar voor complottheorieen. Nu komt dat niet helemaal uit de lucht vallen. Uit onderzoek blijkt dat waar de wereld onvoorspelbaarder wordt, waar het leven onzeker is en bedreigd wordt door oorlog, economische crises of door ziektes, complot theorieen evenredig toenemen.

Voor mij klinken sommige dingen die ik hoor als volkomen absurd. Dat mensen zich afvragen hoe bedreigend Corona is, kan ik me voorstellen en of de maatregelen in verhouding staan. Het is altijd goed om moeilijke afwegingen te blijven doordenken en bespreken. Maar dat mensen denken dat artsen een pandemie faken, mensen 20.000 euro betalen om op de IC te gaan liggen, Bill Gates de wereld wil infecteren met chips, en dat dit dan ook is wat het bijbelboek openbaring al heeft voorspeld, daar kan ik echt niet bij. Dat een groot deel van de republikeinen in Amerika gelooft dat …. (cf. NOS), dat snap ik dan weer niet.
Wat in ieder geval duidelijk is, is dat er niet zo heel veel verschil is tussen het Westen, het Oosten, tussen Nederlanders, Amerikanen en Arabieren, Christenen en moslims. We zijn allemaal even vatbaar voor complotdenken…

Bij ons is het wel anders dan in het MiddenOosten. Hier zie je ineens een hele grote weerstand tegen de wetenschap, het onderwijs en de zogenaamde elite. Je kunt de wetenschap niet vertrouwen, artsen eigenlijk ook niet, want die faken een pandemie en betalen 20000 euro aan mensen om op de IC te gaan liggen (hoe ze dan die diepe en lange coma faken, daar wordt dan weer niet over nagedacht, net zo min als al die mensen die overleden zijn en het verdriet van hun familie.

Dat ken ik uit het Midden Oosten niet. Onderwijs staat zeer hoog aangeschreven, wetenschap is onvoorstelbaar belangrijk en iedereen wil studeren als hij de kans krijgt. Wantrouwen tegen de overheid, dat dan weer wel, maar misschien meer gerechtvaardigd dan in Nederland. De corruptie is op veel plaatsen in de wereld behoorlijk en als politiek ook de rechterlijke macht en de wetgevende macht beheerst, dan wordt het link. Je kunt echter met weinig recht dat de Nederlandse overheid en samenleving verwijten.

Overigens, het is interessant dat de meeste mensen die in complot theorieen geloven hierop meteen zeggen: het is geen complottheorie, dit is de werkelijkheid, de overheid, de famaceutische industrie (waar ik overigens best nog eens een appeltje mee wil schillen, want waarom duurde het zo lang voor Ebola vaccin, dat heeft toch te maken met dat het ons in het Westen niet raakt), de pers, de wetenschap, de elite vertellen ons alleen maar leugens (NTA) Wantrouwen in de wetenschap, elite, etc.. Het lastige in dit soort situaties, daar is al vaker op gewezen, is dat het onmogelijk is op een redelijke rationele manier de argumenten voor complottheorien te bespreken. Sterker nog, Qanon, dat deep State, etc. etc. Het is allemaal niet nieuw, komt telkens terug in een ander jasje, maar het maakt dus blijkbaar niet uit waar je bent, of wat je gelooft.

Het blijkt nu dat wij in het Westen niet minder gevoelig zijn voor allerlei complottheorieen dan moslims, Joden, Arabieren, Afrikanen en wie ook maar. Blijkbaar is het zo dat mensen naar complottheorieen grijpen als de wereld onoverzichtelijk wordt, onveilig, onvoorspelbaar en we geen grond meer onder de voeten hebben. Dan bestaat Corona eigenlijk niet, dan moeten we ons er dus ook niet tegen inenten en al helemaal niet druk maken over maatregelen. Laten we lekker koffie drinken na 9.00 uur in het centrum. Demonstreren, grondrecht, maar zorg dan in ieder geval dat je geen extremen aantrekt. Of als politici, zorg dan in ieder geval dat je geen extremen aanmoedigt.

Het is opvallend dat partijen in Urk zeggen: we hadden ons wat gelukkiger kunnen uitdrukken (zie NOS). In Amerika wordt je voor zoiets gelijk afgezet, hier kun je blijkbaar aanblijven als raadslid. Licht absurd, dat wel.

Overigens ben ik wel benieuwd of complotdenkers hun weerstand tegen de wetenschap blijven volhouden als ze met een gebroken been of ontstoken blinde darm in het ziekenhuis terecht komen, of erger. Knap als je dan nog zegt: ik wantrouw de wetenschap, die ontdekt heeft hoe je gebroken benen zet of repareert en hoe een simpele verwijdering van de blinde darm genezing kan brengen. Levensgevaarlijk om de wetenschap te vertrouwen.

Tegen al die mensen die de wetenschap wantrouwen, mocht je nu ooit om wat voor reden in het ziekenhuis terecht komen, met een gebroken been of een ontstoken blinde darm: vertrouw de arts niet als hij zijn wetenschappelijke kennis wil gebruiken om je beter te maken.Wie nog gelooft dat COVID niet bestaat, weest zo dapper om Eens een poosje in Libanon te gaan wonen, in een vluchtelingen kamp of dichterbij. Dit is de reden van de maatregelen, solidariteit, die is verder te zoeken. De enige argumenten die ik hoor.

Tuurlijk ligt er een zeer grote nadruk op de gezondheid, geluk, maar vertel dat aan al die mensen die nog prima jaren hadden kunnen leven, terwijl ze volkomen gezond waren, of misschien suikerziekte hadden, of longproblemen, of… Wees niet al te snel met je oordeel dat het allemaal wel meevalt, als je niet weet waar je het over hebt.

Maar, een kenmerk van tunnelvisie is dat je kunt zeggen wat je wilt, maar dat het toch niet aankomt.

Hadj/offerfeest en corona.

Vanavond zal het … graden zijn. Dat stond in een mail die ik kreeg van ‘New York City relief’, een christelijke hulp organisatie die elke avond New York intrekt met een bus. Die bus brengt eten en drinken naar mensen die geen huis of onderdak hebben of om wat voor reden arm zijn. Je kunt ook komen voor gebed en daar wordt eigenlijk nog het meest gebruik van gemaakt. Hoe dan ook, vannacht is het .. graden. En toen ik dat even op me in liet werken, voelde ik weer de enorme en extreme tegenstellingen die er zijn in de wereld. Als het gaat over de Corona crisis dan baalt de een ervan om al bijna een jaar thuis te werken en studeren en heeft de ander geen eens een huis om naar toe te gaan. kan het heftig zijn om thuis te werken, je collega’s niet te zien, je vrienden en vriendinnen te missen, maar je hebt tenminste een huis om te thuis te werkn.omgaat met Covid, toegang tot goede zorg, de mogelijkheid om thuis te werken, omdat je er in Nederland nogal minachtend gesproken over ArabiedrenCovid: mailtje New York city relief. It will be 18 degrees (fahrenheit)…